Turtles, sand and a whole lot more

Nadat Anneke trouw de pen heeft gehanteerd is het nu weer eens aan mij de beurt om onze (drukke) dagen in Australië te beschrijven. Te beginnen met een gaaf avontuur: het zien van een gigantische zeeschildpad die een groot gat graaft en eieren gaat leggen.

Vlak na onze excursie landinwaarts (zie het vorige blog) zijn we in Bundaberg op zoek gegaan naar zeeschildpadden in het Mon Repos Turtle Conservation Center. En met succes, want na een lange avond vol van informatie over turtles, de nodige presentaties en 2 keer een turtle die er even geen zin meer in had toen ze op het strand lag, werden we om 22:10 geroepen door onze gids om in de volle maan mee te lopen. Een erg mooi schouwspel van ongeveer anderhalf uur, waarbij uiteindelijk zo’n 120 tot 150 eieren begraven zijn. Een uitgeputte schildpad maakt haar weg terug naar de zee om ~0:00u, en een stel uitgeputte Anneke’s en Marijn’s zoeken ook snel het bed op. Onze ritmes zijn niet echt gewend aan deze bedtijden – we liggen er meestal voor 22:00 in, en staan rond 6:00 / 7:00 op.

De volgende dag is rustig, en we rijden naar het bekende Hervey Bay. Aangezien we deze dag niet veel gepland hadden, konden we rustig boodschappen doen en vervolgens ’s middags genieten van de nieuwe Harry Potter (achtige) film – “Fantastic Beasts and where to find them”. Een aanrader! We hebben een leuke camping aan de kust, en vallen vroeg in slaap met de zee op de achtergrond.

De volgende dag staan we erg vroeg op, en na een rondje hardlopen staan we te wachten op de bus die ons naar het volgende hoogtepunt gaat brengen: Fraser Island. Een must-see tour (volgens écht iedereen hier), die wij eigenlijk niet wilde doen maar uiteindelijk besluiten toch te ondernemen omdat er zoveel mensen lyrisch over waren. Met de vroege ochtend-bus worden we naar de ferry gebracht, die ons in zo’n 60 minuten samen met honderden andere toeristen en 4WD auto’s op Fraser afzet. Het eiland is een unicum – het is een groot eiland (minstens 70km hoog en +- 30km breed) dat volledig bestaat uit zand. Desondanks herbergt het een mooi regenwoud, verschillende kraakheldere bergstroompjes en meertjes en natuurlijk… een machtig groot strand!

Met een 4WD bus en zo’n 30 andere toeristen hobbelen we (letterlijk) de hele dag over het eiland, waarbij we eerst de binnenlanden bezoeken voor een duik in een heerlijk helder meer. Na een kort bezoekje aan een prachtig woud met een zoetwater meer gaan we lunchen in een gigantisch resort – prima, al is het wel wat erg ‘massa toerisme’. Vervolgens scheurt de bus over de stranden, heerlijk bijna in de golven genieten we van het uitzicht. Na wat korte stops bij onder andere een prachtige rivier, een oud schipwrak en een nogal oninteressante zandformatie moeten we terug om de ferry weer terug te pakken. Weer volgt een leuke tour over stranden en door hobbelige jungle wegen (waarbij we nog een wilde dingo – “wolf” – tegenkomen), en na een prachtige overtocht met zonsondergang op de achtergrond zit onze dag er weer op. Een erg mooie ervaring, die we stiekem niet hadden willen missen.

De volgende dag weer vroeg op, omdat we dolfijnen konden zien! Na een ritje van 2 uur konden we bij een plaatsje Tin Can Bay om 8:00 uur een groepje dolfijnen bewonderen, die daar dagelijks komen om kennis te maken met toeristen. Helaas voelde het allemaal wel wat commercieel aan, maar de beesten (inclusief een stel pelikanen) waren prachtig en we hadden rustig de tijd om rond te kijken.

Vlak voordat we bij Brisbane aankwamen hadden we de tijd om te stoppen bij een gigantische markt in Eumundi – het marktje was groter dan het plaatsje zelf! Allerhande prullaria, prachtige kunst en wat daartussen valt werd verkocht, en daarnaast natuurlijk lekker eten en drinken. We brengen een paar leuke uren rond tussen de winkelstalletjes, en sluiten af met heerlijke Momo’s – Nepalese deeghapjes die ik nog kende uit India.

Onze aankomst in Brisbane was de eerste dag dat we het gevoel hadden dat we veel mensen hadden gezien, en daarmee viel het ook niet mee een slaapplaats te vinden in de grote stad. Na 2 mislukte pogingen (waaronder een leuk hostel met een camperplaats naast een afvalhoop) slagen we erin het laatste plekje te bemachtigen in een omgebouwde garage van Big Bird Hostels. Een heel gave plek waar al zo’n 20 campers stonden, met goede keuken en op loopafstand (10min) van de stad.

Brisbane is een erg mooie stad, en we hebben 2 dagen uitgetrokken om rustig te verkennen. De parken langs de wateroever van de rivier, en mooie wandeltocht langs naburige kliffen, een (gratis) boottocht, een ochtend goed inkopen voor Sinterklaas, jaja we gaan het ook vieren, en een lekker biertje (ze houden hier van IPA) bij de kroegjes langs de kade bevielen ons uitstekend. We sluiten de dagen in Brisbane af met een ochtend chillen (Anneke) en klimmen (Marijn) in een boulder klimcentrum.

Met spierpijn in armen rijden we naar het binnenland voor een nachtje op een rustige camping in een prachtig dal, waar slechts 1 highlight was – de Glow Worms van de Natural bridge. Bij het vallen van de nacht lopen we naar het natuurpark, en (zoals we al gewaarschuwd waren door de vele gidsjes) was het vrij druk met voornamelijk Aziatische toeristen. Met wat geduld hebben we echter de grot en gloeiwormen een tijd voor ons alleen, en het is een prachtig gezicht! De grot is aan één kant afgesloten door een waterval, en onder het grote plafond bevinden zich duizenden wormpjes die in het donker net op sterretjes lijken. Nadat we afscheid hebben genomen van het spektakel verschijnen er nog 3 toerbussen vol toeristen – net op tijd zijn we weg!

We bezoeken de volgende dag een stel prachtige uitzichtpunten in het natuurpark, en bemachtigen een aantal heerlijke stukken ‘fudge’ voor bij de koffie. Daarna gaan we op zoek naar ‘Surfer’s Paradise’, dat bekend staat om hoge gebouwen, een goed nachtleven en stranden. Op dit moment is het “Schoolies”, waarbij alle geslaagde middelbare school studenten feest gaan vieren, dus het is enorm druk in de stad. We gaan hoopvol op zoek naar een leuk plekje voor een drankje, maar helaas vieren snackbars en kebabzaken de norm in dit inspiratieloze gat. We kopen nog wel snel kaartjes voor een nabijgelegen pretpark en gaan dan snel naar onze volgende parkeerplek.

Het pretpark stond voor de volgende dag op de planning – “Wet ’n Wild” – een waterglijbaan park zoals Duinrell, maar dan in de openlucht. Een heerlijke dag vol met gave Kamikaze slides, grote bandenbanen en zelf een glijbaan die een halve looping maakt (!), waar we vol van genieten. Al veel te snel is het sluitingstijd, en rijden we door naar Byron Bay.

Daar zitten we nu nog steeds, na een pauze van ongeveer 2 dagen om even bij te komen van alle indrukken. Binnenkort vertrekken we naar Sydney, en daarna snel door naar Melbourne. Time Flies, en er is nog genoeg te zien en beleven!